Genealogie Van de Pavordt / Van den Padevoort

Genealogie, Robert Keurntjes, ~~ de familie Van den Padevoort / Van de Pavordt ~~


II. Rutger van den Padevoort
landdrost van het Land van den Bergh
(ca 1380? - ca 1458)

hij trouwde begin 15e eeuw met:
Gadert [van Deese]*
(ca 1390? - ?)

Rutger is waarschijnlijk geboren op de Padevoort, als zoon van Johan van den Padevoort, en heeft voldoende opleiding gehad om door graaf Willem II van den Bergh (Wikipedia en Berghapedia) aangesteld te worden als landdrost. Hij was daarmee na de graaf de belangrijkste man in het Land van den Bergh.
De ouders van Gadert, of Goedert, zijn niet bekend. Het lijkt erop dat ze uit de omgeving van Hattem komt.
Als leenman wordt Rutger al in 1410 genoemd. Vermeldingen in A.P. van Schilfgaarde(1929). Register op de leenen van het Huis Bergh, Arnhem: S.Gouda Quint:
9. Die helft van enen teendken to Beke, to Berck mit der tobehoir, daer Gerit van der Horst dat wederdeel af heft, to 5 marcken
Rutger van den Padevort heeft dit al in 1410 in leen, bevestigd(?) op 3 sept 1441, na hem: Johan, Otto, Jutta, die het in 1551 opdraagt aan Henrick Ottensz, zijn zoons Henrick, Johan en diens dochter Hernica (1610)
141. Den Wolberinchof, myt siinre tobehoir, gelegen in den kirspel van Gendringen, in groten 130 maldersaets, ende plach Geryt Scocken te wezen, to 1 pond
Rutger verkrijgt dit leen op 2 juli 1421 na opdracht door Aleit en haar man Bernt Ripperbant, dit volgt dezelfde opvolging.
223. Die hofstede gelegen in den darpe to Zedem, dair Rutger van den Padevort dat wederdeel of hevet, to 1 pond
Francke van Lengel en Rutger hebben hiervan in 1410 ieder de helft in leen, wat er met de helft van Rutger gebeurt wordt niet vermeld.
Van de heer van Keppel heeft hij het Geddengoed onder Loil bij Didam in leen. (dit wil ik nog nakijken in het Leenregister van Keppel)
En hij is, uiteraard, eigenaar van de Padevoort:


[GA 0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem, inv.nr.985, folio IX]

- Gelders Archief, 0318 Klooster Clarenwater bij Hattem, inv.nr. 10:
1 juni 1426: Rutgher van den Padenvoirde en zijn vrouw Goedert oorkonden verkocht te hebben aan het klooster Clarenwater en de vergadering van St. Jeronimusberg hun hoge veen en grijfften op de Vosküle. Als alle turf vergraven is komt het land weer aan de verkopers
21 juni 1428: Henric van den Laer, richter van Hattem oorkondt dat Wolter van Mekeren en zijn vrouw Wijchemoedt aan het klooster Clarenwater schuldig zijn een jaarrente van 10 gouden schilden uit het halve erf Schaden Eng in het kerspel Hattem en dat Goederd, vrouw van Rutger van Paedevoert geërfd had van Doede Fredincx, haar oom, en dat Wolter en Wychemoed van Rutger en Goederd hadden gekocht.
Van Rutger zijn er veel oorkonden en gerechtelijke stukken bewaard gebleven. Er zijn ook enkele stukken die hemzelf betreft:
In 1438: Overeenkomst tussen den jonker van den Berge en Rutgher van den Padevorde over diens inkomsten als kastelein en verwaarder van het land van den Bergh. Minuut, c. 1438. 1 stuk [AHB 0214, inv.nr. 1441a]
In 1444: Rutger (van den Padevoirt), drost van het land van den Bergh, geeft aan jonker Wilhelm, heer ten Berge, ten Biland en tot Hedell, 1 malderzaad lands op den Eecken en den molenkuil achter de molen te Bergh in ruil voor een peeske achter de hofstede te Padevoirt en een kooltuin daarbij, totdat de hertog van Gelre dezen zijn verpande landerijen gelost zal hebben. 14 december 1444 [AHB 0214, inv.nr. 575]
Rutger zit in 1454 nog het gerecht voor blijkens het Klaarboek van Bergh 1454-1539 [ECAL 3025, inv.nr. 1, folio 8v].Op 6 maart 1459 legt Johan na de dood van zijn vader de eed af voor de lenen. Rutger is dus overleden tussen 1454 en maart 1459.
De vroegste oorkonde die ik kon vinden die door Rutger als drost gezegeld is ligt in het Landesarchiv van Nordrhein-Westfalen en dateert van 8 april 1435 [AA 0490 / Schillingskapellen, Urkunden AA 0490, Nr. 0583a,04] en de laatste 6 mei 1451 [AA 0490 / Schillingskapellen, Urkunden AA 0490, Nr. 0126,01]

* Voor de onderbouwing van [Van Deese] zie Koobs p.4-6. terug

Rutger en Gadert waren de ouders van:

III Johan van den Padevoort

Rutger en zijn zoon Johan in De Nederlandsche Leeuw 1939 kolom 148

De belangrijkste literatuur:
1. W. de Vries (1939). "Stamreeksen Van den Pavordt", De Nederlandsche Leeuw 57, 120-126, 148-160, 223-227, 263-271, 301-309 en 517-519
2. G. Koobs (1999). Koobs uijt het Woolt, Deel 4b, Onze voorouders Van den Padevoort,, Deventer: eigen uitgave
3. Robert Keurntjes (2020). "Van de Pavordt: toch één Millingsche tak", De Nederlandsche Leeuw, Jaargang CXXXVII, Nr.3, 97-110.
Genealogie, Robert Keurntjes

In de ruim 35 jaar die ik me bezig houd met genealogie heb ik vooral in mijn vrije tijd onderzoek gedaan naar mijn eigen voorouders. Ik heb echter ook onderzoek gedaan voor anderen. Het onderzoek naar de familie Van de Pavordt begon met de ontdekking van mijn voormoeder Willemke van de Pavordt.